De Basilica di Santa Maria del Fiore (Heilige Maria van de Bloem), bijgenaamd de Duomo naar de enorme achthoekige koepel aan de oostkant, is de kathedraal van Florence, Italië, en, misschien wel, de geboorteplaats van de Renaissance.
Een kathedraal is een bisschopskerk. Er zijn vele andere katholieke kerken in Florence, waarvan er vele geassocieerd worden met de Renaissance, waaronder Santa Maria Novella, Santa Croce, en de Brancacci Kapel. De Duomo is echter de thuiskerk van het rooms-katholieke aartsbisdom van Florence, waarvan de wortels teruggaan tot 394 na Christus.
Hoewel met de bouw werd begonnen in 1296, kreeg de kathedraal pas in 1436 de structuur waaraan het zijn naam ontleent. Het oostelijke deel van de kerk stond meer dan een eeuw open voor de elementen of was bedekt met platte, onstabiele dakbedekking.
De enorme achthoekige vorm bleek ontmoedigend voor ingenieurs en architecten. Italiaanse architecten waren bekend met ronde koepelvormen, zoals het Pantheon in Rome. Deze koepels waren echter gebouwd met beton. Het recept voor beton was in de Middeleeuwen verloren gegaan.
Middeleeuwse gotische kathedralen, zoals de Notre Dame van Parijs in Frankrijk, vertrouwden op steunberen om hun massieve stenen gewicht te dragen. Architecten en ingenieurs van de ontluikende Renaissance waren vastbesloten om geen flamboyante gotische stijl of steunbogen te gebruiken – zij wilden terugkijken naar de eenvoudige, strakke lijnen van hun Romeinse verleden.
De architect Filippo Brunelleschi kwam met een oplossing. De Duomo bestaat eigenlijk uit twee koepels. De binnenste koepel is gemaakt van zandsteen en marmer. De buitenste koepel is gemaakt van baksteen en mortel – elke baksteen is zorgvuldig ontworpen, gevormd en gebakken om de koepel te ondersteunen. De koepel werd gebouwd zonder enige steun eronder.
De Duomo was onmiddellijk een succes, en Brunelleschi werd de belangrijkste architect van de Renaissance.
In een ironische wending werd de marmeren façade van de kathedraal (niet zichtbaar op deze foto) pas voltooid aan het eind van de 19e eeuw, in een periode waarin middeleeuwse kunst populair was in plaats van renaissance. De geboorteplaats van de Renaissance heeft een middeleeuws gezicht.